NEE tegen het voorontwerp van kaderwet van minister Vandenbroucke, dat het zorgstelsel ernstig in gevaar brengt

door het medisch beroep hard te raken. (Persbericht.)
De afgelopen weken heeft een ontwerp van kaderwet van minister Frank Vandenbroucke voor opschudding gezorgd, omdat ze de uitoefening van het artsenberoep hypothekeert en de kwaliteit van de zorgverlening in gevaar brengt.
Gisteren, 12 juni 2025, heeft er een overleg met de minister plaats gevonden om over dit ontwerp te discussiëren.
2025-06-13
BVAS en KARTEL hebben tijdens dit overleg nota genomen van de belofte van de minister dat de huidige teksten nog vatbaar zijn voor wezenlijke aanpassingen. Gelet op de wel erg korte termijnen waarbinnen die aanpassingen zouden moeten gebeuren, blijven we echter op onze hoede opdat het hier niet louter om het afremmen van de protesten uit het veld zou gaan.
Hierna vindt u een niet-exhaustieve lijst van maatregelen die volgens ons de geneeskunde van morgen niet op het juiste spoor zetten, aangezien ze ons gezondheidszorgsysteem waarvan de kwaliteit in vele buurlanden in meer dan één opzicht wordt benijd, in gevaar brengen.
De eerste maatregel betreft de eenzijdige en arbitraire beperking van de ereloonsupplementen (tot 125% in het ziekenhuis en 25% daarbuiten) zonder dat die gepaard gaat met een hervorming van de nomenclatuur en van de ziekenhuisfinanciering. Voor BVAS en KARTEL is het onaanvaardbaar dat het ene van het andere losgekoppeld wordt zonder dat er een gelijk speelveld gegarandeerd wordt voor de ziekenhuis- en de ambulante sector. Bovendien zijn er, op vraag van de minister zelf nota bene, al gesprekken aan de gang in de overlegorganen over hoe de ereloonsupplementen in de toekomst dienen te evolueren.
Een tweede maatregel raakt aan de grondbeginselen van het conventiemodel. Enerzijds is de minister van plan om de partiële deconventie af te schaffen. Nochtans maken vele artsen gebruik van deze mogelijkheid, omdat ze op die manier hun patiënten consulten kunnen aanbieden zowel aan het conventietarief als een hoger tarief (om de aanzienlijke werkings- en uitrustingskosten te kunnen afdekken). Wat ons betreft is het duidelijk dat deze maatregel er snel toe kan toe leiden dat een veel groter aantal artsen zich zal (moeten) deconventioneren waardoor de minister dus eigenlijk het omgekeerde zal bereiken van wat zijn bedoeling is. In tegenstelling tot vorige vergaderingen heeft de minister op de vergadering van 12 juni gezegd dat hij bereid is om terug te komen op deze maatregel.
Anderzijds worden de contouren om nog tot een tariefakkoord te kunnen komen ook nog eens verengd. De minister dreigt er immers mee om in de wet in te schrijven dat er in de hypothese dat er onvoldoende artsen zouden conventioneren, automatisch een verlies van de index zal zijn én dat hij dan zelf (via KB) maximumtarieven aan iedereen kan opleggen.
Ten derde bepaalt de minister dat een akkoord alleen opgezegd zal kunnen worden op basis van de bij de wet voorziene motieven. Deze maatregel beperkt de onderhandelingsruimte van de artsensyndicaten aanzienlijk en neemt een belangrijke hefboom ten opzichte van de overheid weg.
Ten vierde bepaalt het wetsontwerp dat een aantal financiële tegemoetkomingen die door het RIZIV aan zorgverleners worden betaald (onder meer de geïntegreerde praktijkpremie), alleen nog zullen toekomen aan zorgverleners die toetreden tot de conventie. Volgens BVAS en KARTEL houdt dit geen steek. Deze premies vormen immers een tegenprestatie voor gemaakte kosten en geleverde inspanningen en hebben helemaal niets te maken met conventionering of niet.
Een laatste maatregel die voor ons volstrekt onaanvaardbaar is, is dat de minister de mogelijkheid zou krijgen om de regels rond het intrekken van een RIZIV-nummer te organiseren, waardoor een arts zijn of haar beroep niet meer zou kunnen uitoefenen. Over dit punt heeft de minister op 12 juni gezegd dat hij verkeerd begrepen werd en dat het enkel zijn bedoeling is om fraudeurs te bestraffen via deze weg. Niettemin maken wij voorbehoud bij deze maatregel omdat hij indruist tegen de scheiding der machten en andere democratische beginselen.
Samenvattend kunnen we stellen dat voor BVAS en KARTEL de lijst van deze maatregelen de uitoefening van het beroep van arts ernstig in gevaar brengen. Het reeds bestaande tekort aan artsen dreigt erdoor te verergeren en de toegang tot de zorg dreigt erdoor nog bemoeilijkt te worden. Onze twee syndicaten, die niets liever willen dan kwaliteitsvolle geneeskunde behouden in het belang van iedereen, merken op dat de minister zegt dat hij bereid is om zijn plannen te herzien.
Is dat lokaas of niet?
We zullen waakzaam blijven en klaar staan voor het geval onze rode lijnen worden overschreden.
Voor BVAS-ABSyM, Dr. Patrick Emonts, voorzitter
Voor Kartel-Cartel, Dr. Thomas Gevaert, voorzitter